Waar ben je naar op zoek?


MENU
https://www.waarborgvastgoed.nl

In het duistere binnenste van Centrale Helpman; een reportage uit het begin van de moderne tijd

De centrale Helpman. op de achtergrond zijn de vijf pijpen van de Hunzecentrale zichtbaar. Foto- Jelte Homburg

Dit artikel verscheen op 25 juli 2020 op de website van het Dagblad van het Noorden en is zonder wijzigingen op deze pagina geplaatst.

De bewoners aan de Helperzoom in Groningen zaten rechtop in bed als ’s nachts stoom werd afgeblazen. Jelte Homburg keek als kind achter op de fiets bij zijn moeder gefascineerd naar de Centrale Helpman. Later mocht hij als fotograaf, een jaar na de sluiting, een kijkje nemen in de lege energiefabriek. Het soms sissende monster voorzag Groningen 50 jaar lang van stroom. Een reportage uit het begin van de moderne tijd.

Opa woonde ‘op de Gideon’, een afgelegen streekje aan het Winschoterdiep aan de zuidoostelijke rand van Stad. Zijn moeder maakte er eens in de week schoon en Jelte Homburg (1953) ging als kind mee, achter op de fiets. De rit voerde langs Centrale Helpman. ,,Kijk’’, zei zij, ,,daar komt onze elektriciteit vandaan.’’

Sciencefiction, tovenarij. Homburg was een jaar of 5. De moderne wereld zoals we die nu kennen, volledig afhankelijk van elektriciteit, begon eind jaren 50, begin jaren 60 voorzichtig vorm te krijgen. In de meeste huishoudens was alleen het licht op stroom. Koelkast en televisie waren nog lang geen vanzelfsprekendheid.

Zonneparken en windmolens

Het contrast met de 21ste eeuw is groot. De Eemshaven wordt een steeds belangrijker energieknooppunt, overal in de wereld verschijnen zonneparken en windmolens en een nieuwe 380 kV (kilovolt) ‘stroomsnelweg’ snijdt over een paar jaar door de provincie omdat de verouderde 220 kV hoogspanningsverbinding het niet meer aankan.


De controlekamer van de Helpmancentrale in 1983. Foto door: Jelte Homburg

Elektriciteit als levensbehoefte. Jelte Homburg: ,,We maakten het onlangs weer mee. Er zou een paar uur geen stroom zijn. We wisten dat, maar zelfs een kop koffie werd gedoe. Er bleek geen gemalen koffie in huis. Ik vond een oude molen en maalde bonen met de hand. Dan denk je: waterkoker aan. O nee, kan niet. Pan op het vuur. Maar de ontsteking van het fornuis is elektrisch. Dus op zoek naar lucifers. Dan is dat klaar en is het: hoeveel schepjes? Het eerste kopje bleek te slap, het tweede iets beter. Toen we het op sterkte hadden was de stroom terug.’’

Elektriciteit was nieuw

Elektriciteit was in zijn jeugd betrekkelijk nieuw. De aanblik van Centrale Helpman voedde zijn interesse voor techniek, die hem nooit meer verliet. Homburg ging naar de lts, mts en hts, uiteraard richting elektronica, maar werd fotograaf. Eerst bij fotopersbureau D. van der Veen en later bij Nieuwsblad van het Noorden , een van de voorlopers van Dagblad van het Noorden .
Centrale Helpman, het monument uit zijn jeugd, sloot in 1982. Een jaar nadat de laatste turbine stopte mocht Homburg een kijkje nemen in het binnenste van de centrale. Om vast te leggen wat ging verdwijnen.

Arbeidsintensief

Het idee was in 1983 een reportage te maken met in elkaar overvloeiende dia’s, ondersteund met geluid. Een soort film. Homburg had goede fototoestellen en lenzen. Video had die kwaliteit toentertijd nog niet. De montage bleek echter nogal arbeidsintensief: het project belandde ‘op de plank’. Tot hij het materiaal begin 2020 bij het opruimen tegenkwam. Hij schonk het aan RHC Groninger Archieven en maakte een kopie voor zijn werkgever DvhN , waar hij november vorig jaar afscheid nam vanwege pensioen.


Turbines van de Helpmancentrale. Foto door: Jelte Homburg

,,Het gebouw zou worden gesloopt. Van de EGD, Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe, kreeg ik de sleutel en ik heb er drie dagen rondgelopen. Een keer met twee oud-medewerkers. Van één weet ik nog de achternaam. Die stond op het bandje: Kiens.’’

Apocalyptische stilte

Het gebouw ademde een apocalyptische stilte. Alle ruimten waren leeg en slechts hier en daar brandde een tl-lampje. ,,Indrukwekkend, sinister. Het deed denken aan de oude strokartonfabrieken. Ook die zwijgen allang, terwijl er ooit een enorme bedrijvigheid heerste.’’

Centrale Helpman sloot op 30 november 1982. De geschiedenis ervan is vastgelegd in het jubileumboekje Centrale Helpman 1931-1982 , uitgegeven door de EGD.

De beleving van Homburg staat niet op zich, blijkt uit het voorwoord: ‘Centrale Helpman heeft vanaf 1913 zijn stempel gedrukt op de omgeving van het dorpje, nu de wijk Helpman. Enerzijds symbool van kracht en energie voor het Noorden, anderzijds als brenger van stof, roet en geluid. Maar ze hoorden bij elkaar, het silhouet gaf een markant beeld van de technische wereld, die door elektriciteit opengebroken werd’.

In het duistere binnenste

Het voorwoord bevestigde de sloopplannen: ‘Uitgeblust, verlaten ligt hij daar. Een enkele holklinkende voetstap verstoort nog de rust, de bijna beangstigende stilte in het duistere binnenste. Niet lang nog zal het duren of dit vertrouwde beeld gaat uit de geschiedenis verdwijnen’.


De controleruimte van de stoomwacht. Foto door: Jelte Homburg

Turbinehal en administratiekantoor bleven echter behouden. Het gebouw heet tegenwoordig Mediacentrale en biedt onderdak aan onder meer RTV Noord

De Centrale Helpman van Homburg was eigenlijk al de tweede. De eerste elektriciteitsfabriek, van 1914 tot 1931 in functie en vernoemd naar de nabijliggende wijk, had acht ketels en vier turbines, maar het rendement bleek laag en het vermogen onvoldoende voor de toenemende vraag.

Werkloosheid beheerste het leven

De bouw van de tweede centrale begon in de recessiejaren. De beurskrach in Amerika lag vers in het geheugen, werkloosheid beheerste het leven. Centrale Helpman, die vooral op kolen draaide en in de laatste jaren op aardgas, bloeide na de Tweede Wereldoorlog op, tijdens de wederopbouw. Tussen 1947 en 1957 kwamen er zeven ketels en vier turbines bij. Op het hoogtepunt waren er elf ketels en zeven turbines, in vermogen variërend van 8 megawatt (MW) tot 49 megawatt.


Stoomketel gezien vanaf de stookvloer. Foto door: Jelte Homburg

Maar de vraag bleef groeien. De Hunzecentrale, met de bekende ‘vijf pijpen’, werd tussen 1963 en 1970 gebouwd en nam langzaam de functie van energieverstrekker over. Sinds medio jaren 90 vervult de Eemscentrale aan de Eemshaven die rol, samen met de centrale in Burgum in Friesland.

Bij problemen behield Haren z’n stroom

Centrale Helpman bleek een halve eeuw betrouwbaar. Storingen waren er verhoudingsgewijs niet veel en slechts van korte duur. Het was wel gebruikelijk om, in geval van problemen, Haren als allerlaatste af te schakelen. Daar woonde de directeur …


De centrale Helpman. op de achtergrond zijn de vijf pijpen van de Hunzecentrale zichtbaar. Foto: Jelte Homburg

Een andere directeur, Hofman, woonde op het Helpmanterrein. De betrokkenheid van het gezin ging zover dat zijn vrouw in haar slaap direct reageerde op een verandering in de bromtoon van de machines. Als er werd gebeld zei zij dat haar man reeds onderweg was. Waarop de hoofdmachinist verbaasd: ,,Hoe weet u dat er een storing was?’’

Een van de werknemers vertelde Homburg dat als ’s nachts bij een sluiting stoom moest worden afgeblazen alle bewoners van de Helperzoom wakker werden: ,,Echt een enorm lawaai.’’

Een knipoog was een storing

De wereld was kwetsbaarder toen. Iedere provincie wekte zijn eigen elektriciteit op. Een fikse storing en de hele regio zat in het donker. In de tijd van de Hunzecentrale waren verschillende hoogspanningsnetten gekoppeld en merkte de burger niks van uitval. Hooguit een ‘knipoog’.

Zelfs dat is in de 21ste eeuw niet meer zo. Al vallen alle centrales in Nederland uit, dan nog gaat het licht niet uit. Het Europese koppelnet neemt direct de belasting over. Noodzaak. Elektriciteit is geen luxe meer, maar levensbehoefte. Als in heel Europa de stroom een uur weg zou zijn, vallen er naar schatting 1 miljoen doden.

 

Bron (incl. foto’s van Jelte Homburg): Dagblad van het Noorden

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

*